23 februari 2024
Tubantia interviewt ‘good old’ Mark Tackenkamp
Tegenstanders noemen DEO-aanvaller Mark Tackenkamp wel eens ‘ouwe bok’: ‘Maar daar lach ik om’
Hij speelt al ‘zijn halve leven’ in het eerste van DEO, maar Mark Tackenkamp (41) kan er nog steeds geen genoeg van krijgen. Aan afzwaaien denkt hij dan ook niet. „Misschien ga ik nog wel een jaar door.”
Stefan Wegdam
Leeftijdsgenoten komt de veertiger uit Dijkhoek niet meer tegen op de velden. Die hebben in de achterliggende jaren allang afscheid genomen van de hoofdmacht. Op een gegeven moment is het mooi geweest en menigeen kiest dan voor het spelen in een lager elftal. Tackenkamp is daar ook al regelmatig voor gevraagd. „Ze vroegen me voor het derde en het vierde elftal. Maar ik ben dus elk jaar doorgegaan in het eerste. Zolang ik de jeugd niet in de weg loop, blijf ik beschikbaar”, zegt de linksbuiten.
Het heilige vuur
Enkele jaren geleden zei hij tot zijn veertigste door te willen voetballen. Maar inmiddels is hij die leeftijd al gepasseerd. Hij zei zijn vorige trainer Dennis Arentsen beschikbaar te blijven. En dat heeft hij ook
zijn huidige trainer Mick Hermsen verteld.
Tackenkamp kampte nooit met ernstig blessureleed en heeft er nog steeds veel plezier in. Waarom zou hij een stap terugdoen? Die vraag heeft hij zich de afgelopen jaren al meermaals gesteld. Maar het heilige vuur is bij Tackenkamp nog steeds niet gedoofd.
Dit seizoen gaat het geenszins van een leien dakje. DEO staat onderaan in de vijfde klasse. Negen van de elf wedstrijden werden verloren. Punten werden er alleen gepakt tegen Bredevoort en Lochuizen. Tegen die ploegen werd in het najaar met respectievelijk 1-0 gewonnen en met 2-2 gelijkgespeeld. Doelpunten worden amper gemaakt. DEO scoorde tot nu toe slechts negen keer. Met drie treffers is Tackenkamp de topscorer van zijn ploeg. „Het valt nogal tegen”, zegt hij over de resultaten tot nu toe.
Het moeizame seizoen komt overigens niet als een grote verrassing. Het eerste elftal uit Dijkhoek heeft ten opzichte van vorig jaar, een gedaantewisseling ondergaan. „Acht basisspelers zijn er niet meer bij. Ze zijn gestopt, naar een lager elftal gegaan of verhuisd. We vangen het op met jonge spelers. Ze zijn bijna allemaal tussen de 18 en 23 jaar. Ik ben dus veruit de oudste. Na mij komt Iwan Geerdink, hij is 31 jaar.”
De spoeling voorin bij DEO is bovendien dun, doordat Desley Obbink al lange tijd met een liesblessure kampt. Hij is aanvaller, net als Tackenkamp. De routinier weet dat hij nog altijd van waarde kan zijn voor het eerste elftal. En met de pijntjes na afloop van een wedstrijd valt het wel mee. „Ik heb plezier met de jongens. Ook doe ik nog mee in het zaalteam van DEO. Het is leuk en gezellig en het houdt me jong. Wel ben ik inmiddels rustiger geworden op het veld. Vroeger kreeg ik gele kaarten voor praten. Dat gebeurt nu niet meer. Ik word verstandig.”
Geen laatste worden
Zijn tegenstanders zijn doorgaans veel jonger: soms scheelt het wel twintig jaar of zelfs nog meer. „Ze zeggen wel eens ‘ouwe bok’ tegen mij bij een overtreding of bij een uitbal waar discussie over is. Maar dat maakt me niets uit. Ik lach daar om.” Niemand jaagt Tackenkamp op de kast.
Alleen van de lage klassering op de ranglijst baalt hij. De ervaren rot verwacht niet dat DEO nog tot grootse daden in staat is. „We kunnen nog wel wat plekken klimmen op de ranglijst, al zal dat niet zoveel zijn. Een keer eerder zijn we als laatste geëindigd. Dat was zeven jaar geleden. Ik wil niet dat het nog een keer gebeurt”, zegt Tackenkamp, die wellicht dus nog een seizoen doorgaat. ,,Dat zou zomaar kunnen, als er geen jongere spelers zijn voor mijn positie.”
